Toegankelijkheidsmonitor 2015

1440 studenten
209 websites
15 criteria
15% toegankelijk

In het academiejaar 2014-2015 controleerden 1440 studenten van 16 hogescholen 209 Belgische websites.

Slechts 14,8% van de onderzochte websites scoort 75% en is minimaal toegankelijk. Meer over de opzet en methodologie.

Steekproef

De steekproef bevat enkel Belgische websites, zowel Nederlandstalig als Franstalig, en is opgebouwd uit 31 categorieën.

Resultaten

31 van 209 websites in de steekproef (14,8%) scoren 75% of meer en zijn minimaal toegankelijk volgens de criteria van dit onderzoek.

Resultaat per jaar
  • 14,8% 2015
  • 14,2% 2013
  • 12,6% 2012
  • 8,4% 2011
  • 9,7% 2010
  • 7% 2009
  • 4% 2007
staafdiagram resultaat per jaar zie tekstversie hieronder

Gemiddeld resultaat per criterium

Iedere pagina moet een duidelijke en unieke titel krijgen. De paginatitel is het eerste paginakenmerk dat spraakprogramma's voor blinden voorlezen en daarom een belangrijke navigatiehulp. De titel verschijnt in de titelbalk van een webbrowser en wordt bovendien gebruikt in de resultatenlijst van zoekmachines. Wanneer u een webpagina in uw favorieten plaatst, wordt de titel automatisch overgenomen.

Een betekenisvolle paginatitel vermeldt naast de naam van de pagina ook de naam van de website, zoals bijvoorbeeld 'Onze diensten - Boekhoudkantoor Devloo' of 'Contact - Vlaanderen.be'. Plaats de naam van de website bij voorkeur achteraan.

Bezoekers met een motorische beperking kunnen niet goed overweg met de muis. Ook blinden kunnen de muis niet hanteren en zijn aangewezen op het toetsenbord om de computer te bedienen. Over het algemeen hoeft een webdesigner daar niets speciaals voor te doen. Echter, op sommige websites zijn een aantal acties, zoals het openen van een menu, exclusief geassocieerd met muisfuncties. Hierdoor komt een aantal bezoekers vroeg of laat vast te zitten.

Menu's die pas openklappen wanneer u er met de muis over beweegt, komen het vaakst voor. Op sommige websites kan men knoppen pas activeren door de muisknop in te drukken en weer los te laten, of door te dubbelklikken, acties zonder equivalent voor wie het toetsenbord gebruikt. Gelukkig is er meestal slechts een kleine technische ingreep nodig om dergelijke scripts ook bruikbaar te maken voor wie enkel het toetsenbord kan gebruiken.

Wanneer een bezoeker door een website navigeert met het toetsenbord, gaat hij met de tabtoets van link naar link. Wanneer een link de focus heeft geeft de browser dit meestal aan met een stippellijn rond de link. Echter in sommige gevallen wordt deze visuele aanduiding verwijderd. Dit is niet toegestaan omdat het onmogelijk is om te navigeren met de tabtoets wanneer je niet ziet welke link de focus heeft. Op sommige sites wordt de focus benadrukt, dit verhoogt het gebruikers gemak en is aan te bevelen.

Het volstaat niet om links in doorlopende tekst aan te duiden met een afwijkende tekstkleur. Wie kleurenblind is of een monochroom beeldscherm gebruikt, moet de links ook kunnen herkennen op basis van een ander tekstkenmerk. Onderstreping is hiervoor het best geschikt.

Een gebruiker leidt de bestemming van een link af uit de linktekst. Gebruik daarom altijd een betekenisvolle omschrijving. Het doel van een link kan bij voorkeur uit de linktekst alleen afgeleid worden. Wanneer de linktekst zelf niet betekenisvol is maar wel duidelijk wordt door zijn context, is aan dit ijkpunt voldaan.

Bewegende inhoud kan zeer storend zijn voor sommige bezoekers. Mensen met een aandachtsstoornis kunnen zich niet concentreren op de inhoud van een pagina wanneer ze afgeleid worden door flitsende of bewegende elementen.

Slechtzienden en blinden gebruiken speciale software die de teksten op het computerscherm vergroot, voorleest of weergeeft op een elektronische brailleregel. Die software kan ook afbeeldingen, grafische links en knoppen toegankelijk maken op voorwaarde dat de webdesigner of redacteur beknopte tekstbeschrijvingen heeft toegevoegd. Die teksten verschijnen niet op het scherm, maar worden wel opgepikt door de software die blinden en slechtzienden gebruiken. Daarom dient u aan iedere afbeelding een tekstbeschrijving te koppelen.

De inhoud van audio- en videofragmenten moet ook als tekst beschikbaar zijn. Mensen die het geluid niet horen of de video niet zien, krijgen zo toegang tot dezelfde informatie.

Formulieren op internet bestaan enerzijds uit formuliervelden (zoals invoervelden, keuzerondjes, aankruisvakjes en keuzelijsten) en anderzijds uit instructies, die informatie geven bij een formulierveld. Het volstaat niet om deze instructies in de buurt van een veld te plaatsen; ze moeten ook expliciet met elkaar verbonden zijn in de broncode.

Dat is op de eerste plaats een belangrijke hulp voor blinden die een spraakprogramma gebruiken. Deze software kan niet zelf inschatten welke instructie bij welk formulierveld hoort. Door de twee met elkaar te verbinden kan de juiste instructie voorgelezen worden.

Het heeft ook voordelen voor muisgebruikers: om een keuzerondje of aankruisvakje aan te vinken of om de cursor in een veld te plaatsen volstaat het om op de instructie te klikken. Vooral mensen met een motorische beperking maken hier dankbaar gebruik van.

Wanneer een formulier wordt verzonden, wordt het over het algemeen gevalideerd. Als er velden niet juist zijn ingevuld, moeten de aard en de plaats van die fouten duidelijk vermeld zijn. Dit mag niet louter op een visuele manier gebeuren. Een foutmelding als "De fouten zijn in het rood gemarkeerd" is problematisch wanneer deze niet voorzien is van tekstuele uitleg of markering.

De tekstkleur moet voldoende contrasteren met de achtergrondkleur om een goede leesbaarheid te verzekeren. Minimum contrastratio van 4,5:1 voor normale tekst, 3:1 voor koppen.

Om hypertekst toegankelijk te maken, volstaat het niet om visueel aan te duiden wat een kop, een lijst of een citaat is. U moet ook de bijbehorende structuurtags gebruiken in de broncode van de website. Zo kunnen spraakprogramma's automatisch inhoudsopgaves samenstellen en lijsten met verschillende niveaus beter doorzoekbaar maken. Dat is ondermeer nuttig voor blinden en dyslectici.

Semantisch gestructureerde hypertext past zich ook beter aan aan persoonlijke stijlbladen. Met behulp daarvan kunnen slechtzienden de kleur, het lettertype, de grootte en de positie van verschillende tekst- en paginadelen nauwkeuriger bepalen.

Dit ijkpunt is identiek aan het vorige maar richt zich specifiek op het gebruik van lijsten in plaats van koppen.

Adobe Flash is een bedrijfseigen browser plug-in waarmee webontwikkelaars interactieve en multimediale webtoepassingen kunnen bouwen. Flash is ook populair bij wie animaties, spelletjes en advertenties ontwerpt voor het web.

Ondanks de populariteit van de plug-in, zijn websites met Flash traditioneel een belangrijk struikelblok voor blinde en slechtziende internetgebruikers. Dat heeft niet alleen te maken met de complexiteit en het sterke visuele karakter van de meest Flash-toepassingen. Flash is van oorsprong een grotendeels gesloten technologie. Voor ontwikkelaars van aangepaste software voor slechtzienden en blinden is het daarom erg lastig om ondersteuning in te bouwen voor Flash. In dat opzicht is Flash tegengesteld aan de webstandaarden HTML en CSS waarvan alle specificaties vrij beschikbaar zijn en niet toebehoren aan een bedrijf.

Er is slechts een handvol programma's op de markt, bovendien beperkt tot gebruikers van Microsoft Windows, die blinde en slechtzienden basistoegang geven tot Flash-toepassingen. Om een website toegankelijk te kunnen noemen, is het daarom noodzakelijk om een alternatief aan te bieden voor onderdelen die gebruikmaken van Flash. Als Flash louter decoratief gebruikt wordt, is een alternatief overbodig.

Het World Wide Web Consortium, kortweg W3C, is de organisatie die de standaarden voor het internet bepaalt. Een website die de standaard voor HTML volgt, bevat reeds een stevige basis om ook toegankelijk te zijn. U kunt een website snel en eenvoudig controleren door het webadres in te vullen op http://validator.w3.org.

gemiddeld percentage per criterium

Conclusies

Het percentage toegankelijke websites is gestegen ten opzichte van twee jaar geleden van 14,2% naar 14,8%. Deze kleine stijging kunnen we nauwelijks een verbetering noemen.

  • Websites zijn minder toegankelijk met het toetsenbord in vergelijking met 2013. Een daling van 48% naar 35%. Een mogelijke verklaring is de populariteit van ontoegankelijke JavaScript frameworks.

  • 56% van de video's hebben geen ondertiteling of tekstversie, een status quo ten opzichte van de vorige editie.

  • De semantische structuur gaat erop vooruit. Pagina's zijn beter gemarkeerd met koppen (+10%) en lijsten (+5%) dan in 2013.

Deelnemende scholen

Erasmus hogeschool Brussel HEB ESI ALbert Jaquard HELMo Haute Ecole Libre Mosane Haute Ecole de la Province de Liège HoGent HoWest De Hogeschool Westvlaanderen IHECS Journalisme et Communication UC Leuven Limburg Odisee PXL Thomas More

AnySurfer bedankt: